zondag 1 maart 2015

Multinationals verhuizen hun topmanagers massaal naar Azië en VS

Na de fabriek, de ict-afdeling en het callcentrum verplaatsen Nederlandse multinationals ook de manager naar Azië en de Verenigde Staten.
Van 23 onderzochte Nederlandse beursgenoteerde multinationals hebben 14 al een of meer leden van de raad van bestuur en het executive committee (de speciale bestuurstop, vergelijkbaar met de directieraad) naar het buitenland verhuisd. Bij de helft daarvan vond de verhuizing in de laatste vijf jaar plaats. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.

Tot nu toe dachten economen, beleidsmakers en politici dat alleen het laaggeschoolde werk uit Nederland wegsijpelt, maar dat de denkkracht van de Nederlandse economie - de vele banen voor hoogopgeleide managers en onderzoekers bij bedrijven - in de polder zou blijven. De uittocht raakt daarom aan een heikel punt, zeggen verschillende economen.

Volgens hoogleraar strategisch management en ondernemingsbeleid Henk Volberda van de Erasmus Universiteit lokken de vertrekkende managers namelijk de onderzoekscentra weg uit Nederland. De noodzaak voor multinationals, zoals elektronicafabrikant Philips of de Limburgse chemiereus DSM, om het denkwerk in Nederland te doen, neemt af.

Tot nu toe dachten economen, beleidsmakers en politici dat alleen het laaggeschoolde werk uit Nederland wegsijpelt


Het Rathenau Instituut in Den Haag legt eveneens een link met de managersexodus en de afname van de noodzaak om slimme medewerkers in Nederland te houden. Volgens onderzoeker Jasper Deuten is er sprake van een dalende trend in de onderzoeksactiviteiten en trekt de Nederlandse thuishaven vaker aan het kortste eind bij de locatiekeuze van nieuwe onderzoekslabs. Na de zomer komt het instituut met een speciaal rapport voor het ministerie van Economische Zaken.

Het economische zwaartepunt in de mondiaal vertakte concerns verschuift, zeggen de deskundigen. Met behulp van de managers ter plaatse kunnen ze hun producten makkelijk verkopen en grotere winsten behalen voor hun aandeelhouders. Volgens hoogleraar ondernemingsstrategie Ron Meyer wisselen de bedrijven na verloop van tijd bijna altijd de Nederlandse managers in voor lokale werknemers.
Blindstaren
De concerns onderschatten de gevolgen van de bestuurlijke uitwaaiering, constateert hoogleraar Winfried Ruigrok aan de Universiteit van St. Gallen (Zwitserland). Hij onderzoekt de veranderende samenstelling van de bestuurskamer bij multinationals. Op hun adres in den vreemde staren de topbestuurders zich regelmatig blind op de problemen en wensen van hun nieuwe thuis en verliezen ze het grotere geheel en de belangen op het Nederlandse hoofdkantoor uit het oog.

Tevens schopt de buitenlandse baas het vaker dan vroeger tot het executive committee, blijkt uit het onderzoek. Bedrijven willen daarmee de werknemers in de groeimarkten een pluim geven. Zo heeft Philips in 2012 zijn in Shanghai gevestigde topman van China, Patrick Kung, tot lid van het executive committee benoemd. Kort daarvoor verhuisde Philips een belangrijke divisie van Amsterdam naar Shanghai.

Tevens 'verhuisde' Ahold in 2013 zijn lid van de raad van bestuur en executive committee James McCann naar de VS. Zijn benoeming moest de Amerikaanse markt meer gewicht geven. Ook de nieuw gecreëerde toplaag bij diervoedingsbedrijf Nutreco is onlangs verplaatst van Amersfoort en Boxmeer naar Stavanger, Miami en Hong Kong.

Chemiebedrijf DSM verplaatste de afgelopen vijf jaar zelfs 60 van zijn 360 hooggeplaatste bestuurders van het hoofdkantoor in Heerlen naar bestemmingen als Singapore, New Jersey en Shanghai. Bij de oer-Hollandse uitgever Wolters Kluwer bevindt bijna eenderde van de top-100 hoofdkantoormanagers zich in het buitenland, onder wie de allerhoogste baas personeelszaken.

Door: Eric Van Den Outenaar Met medewerking van Marlies de Brouwer

Geen opmerkingen :

Een reactie posten