woensdag 3 februari 2016

TTIP laat zien: we zijn de regie kwijt

Eurocommissaris Malmström is vandaag in Nederland om TTIP – het handelsverdrag tussen de Verenigde Staten en Europa – toe te lichten. Veel mensen zijn bang dat het grote, boze Amerika door het verdrag veel voor ons gaat bepalen. Maar TTIP staat nog voor iets veel fundamentelers, schrijft verslaggever Hella Hueck: hebben wij als land zelf nog iets te zeggen over hoe wij internationaal zaken doen?
Een heuse town hall meeting wordt in Amsterdam georganiseerd vandaag om de groeiende bezwaren tegen het verdrag weg te nemen. Bezorgde burgers en maatschappelijke organisaties in Nederland krijgen ineens steun uit onverwachte hoek: de Deutscher Richterbund – een bond waar 16.000 Duitse rechters en openbaar aanklagers bij aangesloten zijn - zien het nieuwe verdrag absoluut niet zitten.

Op die cliffhanger kom ik zo terug. Maar even terug naar het begin: waarom wilden we dit verdrag in 2013 ook alweer? Omdat het handelsverdrag een one way ticket uit de crisis zou zijn. Meer handel tussen de twee grootste economische machtsblokken van de wereld levert per definitie meer welvaart en meer banen op – dat was de gedachte. Maar nu weten we dat die minieme economische groei die werd voorspeld– zo’n 0,05 procent per jaar – op nóg minder zal uitkomen dan we bij de start van de onderhandelingen dachten. Ook van de banengroei en het goedkoper worden van producten in de winkel moeten we niet te veel verwachten.  Er zullen in Nederland winnaars zijn bij het Verdrag  - maar ook verliezers, zoals onze varkenshouderij, erkende minister Ploumen vorig jaar ruiterlijk (voor wie meer wil weten over groei en  over het gegoochel met economische modellen: lees dit stuk naar aanleiding van recente, uitgebreide studie over de effecten van TTIP in opdracht van Amerikaanse Chamber of Commerce)
Ook maken maatschappelijke organisaties zich zorgen over de risico’s die kunnen ontstaan als we elkaars standaarden gaan erkennen. Komt dan de weg uiteindelijk vrij voor genetisch gemodificeerd voedsel en biefstukken vol hormonen? Lastig om iets over te zeggen voor de langere termijn, omdat TTIP een 'levend akkoord' moet worden. Oftewel: het verdrag kan na ondertekening weer aangepast worden naar nieuwe situaties. Dus dat er nu geen 'chloorkip' komt wil niet zeggen dat we er altijd van verstoken zullen blijven.
Er is veel angst dat het grote, boze Amerika ons de baas zal zijn op allerlei vlakken. Maar TTIP staat nog voor iets veel fundamentelers: hebben wij als land zelf nog iets te zeggen over hoe wij internationaal zaken willen doen? Wat hebben we nog in eigen hand, wat hebben we allemaal overgedragen aan Brussel? Kunnen we nog terug?
Je ziet deze 'clash' met Brussel op verschillende niveaus:
1. Wie keurt een handelsverdrag uiteindelijk goed?
Met het Verdrag van Lissabon uit 2007 heeft Nederland het mandaat om zélf handelsverdragen te sluiten overgedragen aan Brussel. Zo is nog niet zeker of TTIP (als het is goedgekeurd door de Raad en Europees Parlement) óók ter goedkeuring voorgelegd moet worden aan de nationale parlementen in Europa. Binnenkort doet het Hof van Justitie zijn uitspraak hierover in een zaak over een verdrag dat in de maak is met Singapore. Dan weten we meer. Maar zélfs als de rechter besluit dat TTIP aan de nationale parlementen moet worden voorgelegd heeft eurocommissaris Malmström gisteren laten weten dat het verdrag toch alvast in werking te stellen. 'Provisionally applied'  heet dat dan. Langzaam beginnen parlementariërs en burgers te beseffen dat we de regie – ook over hethandelsakkoord met Oekraïne waar in april een referendum over gehouden wordt – echt kwijt zijn.
 
2. Mag de EU Nederland sommeren bestaande handelsverdragen te beëindigen?
Ja, als het bestaande verdragen zijn die we vroeger met landen hebben afgesloten die nu bij de EU horen wel. Denk aan Oost-Europese landen zoals Tsjechië , Hongarije of Polen. Zij krijgen van Nederland zéér regelmatig rechtszaken aan hun broek – blijkt uit dit rapport
Volgens de Europese Commissie heeft Nederland nog 12 verdragen lopen met landen binnen de Europese Unie. In 2011 heeft de Europese Commissie al te kennen gegeven dat we die verdragen moeten opzeggen. Afgelopen juni heeft Brussel zelfs een aanmaningsbrief gestuurd (deze correspondentie wil de Europese Commissie niet openbaren). Nederland heeft aan dat verzoek nog geen gevolg gegeven. Dat heeft er ongetwijfeld mee te maken dat Nederland nog steeds baat heeft bij dit soort verdragen – vorig jaar kreeg verzekeraar Achmea een claim van 22 miljoen euro van Slowakije toegewezen. 
3. Mag Brussel zomaar een arbitragehof instellen?
Ik denk dat de commotie over ISDS -  de clausule die een apart arbitrage hof instelt – dé grootste kanshebber is om het hele TTIP verdrag te torpederen. Met ISDS krijgen bedrijven een eigen, aparte rechtsgang waarin zij schadevergoeding kunnen eisen van staten als overheden wetgeving doorvoeren die bedrijven schade toebrengt.
Een heel actueel voorbeeld: Het Verenigd Koninkrijk moet 8 miljoen euro aan schadevergoeding betalen omdat het land te weinig heeft gedaan om immigranten weg te houden bij de Eurotunnel in Calais. De Britse overheid doet heel geheimzinnig over de zaak en de bedragen die er mee gemoeid zijn. 
Onder andere de Canadese hoogleraar Gus van Harten ( interview met hem uit maart 2015 hier) roept al jaren dat zo’n apart arbitragehof de hond in de pot is voor een onafhankelijk gerechtelijk proces.
Eurocommissaris Malmström heeft naar de kritiek op ISDS geluisterd. Zij heeft een voorstel gedaan voor een nieuw, transparanter arbitrage hof (ICS) : Uitspraken moeten voortaan openbaar zijn ( het gaat tenslotte om belastinggeld als de overheid veroordeeld wordt ) en de arbiters moeten rechters zijn, geen commerciële advocaten.  Dit Investment Court System dat is voorgesteld aan de Amerikanen is echter 'Schone schijn' schreef Geert Ritsema van Milieudefensie in een column in het FD. Hij vindt de term ‘rechters’ misleidend.
Eindelijk kom ik dan op de kritiek die de Duitse rechters hebben. Ook zij sabelen het voorstel van Malmström, dat juist werd gezien als modern en een vooruitgang op het oude systeem, ongenadig hard neer.
Dit zijn hun belangrijkste argumenten:
De EU heeft de competentie niet
De Deutscher Richterbund heeft grote twijfels af of de EU wel de bevoegdheid heeft een arbitragehof op te tuigen. De uitspraken van zo'n hof zijn bindend. De lidstaten hebben zich dan maar te voegen naar die uitspraken. De rechters zien daar niets in; de juiste weg is dat bedrijven rechtszaken aanspannen bij de nationale rechter – die de zaak moet behandelen zoals dat in een democratische rechtstaat hoort.
Arbiters zijn niet onafhankelijk
Een rechter moet inhoudelijk en financieel onafhankelijk zijn – schrijft de Deutscher Richterbund. Arbiters die nu worden aangesteld zijn qua kennis niet onafhankelijk – zeggen de rechters. Ze weten misschien veel van internationaal handelsrecht, maar niet van arbeids-, bestuurs- en fiscaalrecht en zoveel andere rechtsgebieden die van belang kunnen zijn. Er blijft maar een erg kleine pool van arbiters over waar je uit kunt kiezen – schrijven de rechters. Ook de grote verschillen in beloning tussen arbiters die per uur betaald worden (en dus belang hebben bij een zaak die lang duurt) en rechters die in Duitsland een vaste aanstelling hebben voor zes jaar doet de vraag rijzen of de arbiters in het nieuwe TTIP hof wel onafhankelijk zijn.
Nou heeft de Deutscher Richterbund officieel niets in de melk te brokkelen. Het is aan de politici of het verdrag er komt, niet aan de juristen. Voorlopig is er in Duitsland een meerderheid in de Bondsdag om TTIP door te voeren. Maar dit laat wel zien: de echte 'vijand' van TTIP is niet Amerika. We zijn het zelf.
Bron : RTLnieuws

Geen opmerkingen :

Een reactie posten