donderdag 7 mei 2020

Kunstmest, krachtvoer en pesticiden en hun aandeelhouders

Bert van Ruitenbeek, directeur Stichting Demeter
BLOG BERT | Kunstmest, krachtvoer en pesticiden en hun aandeelhouders
Vrijwel al onze problemen in de landbouw, die onze natuur en gezondheid aantasten, zijn terug te brengen tot drie hoofdoorzaken. We gebruiken teveel kunstmest, teveel krachtvoer en teveel pesticiden. En laten daar de belangen van de industrie met hun invloedrijke lobby achter zitten.
Niet het belang van boeren en burgers, maar die van aandeelhouders. Onderzoeksjournalist Vincent Harmsen van ‘follow the money’ deed een speurtocht naar het werk van toxicoloog Tennekes. Hij publiceerde in 2010 dat neonicotinoïden ingezet tegen vraatinsecten zeer schadelijk zouden zijn voor alle insectenleven en tot instorting zal leiden tot met name populaties van honingbijen. En nu blijkt uit interne memo’s dat onderzoekers van producent Bayer dat al in 1991 wisten. 

Tennekes werd jarenlang genegeerd door de Wageningen Universiteit. Nu krijgt hij alsnog zijn gelijk terwijl deze middelen nog steeds zijn toegestaan in onze glastuinbouw. In de sierteelt krijgen steeds meer telers Parkinson door gifgebruik.
Ook weten we allang dat het stikstofoverschot uit de landbouw, waardoor onze natuur ernstig verschraald, begint bij de import en aanvoer van stikstof in de vorm van kunstmest en krachtvoer. Voor de productie van kunstmest is veel aardgas nodig en zonder grootschalige importen van krachtvoer kun je nooit die ongelofelijke aantallen dieren in Nederland houden zoals nu het geval is. Vogelgriep, MKZ, BSE, en Q-koorts hebben de samenleving naast veel persoonlijk en dierenleed miljarden gekost en nu wijzen onderzoeken naar de relatie fijnstof bio-industrie en verminderde weerstand tegen het coronavirus.
Kunnen dat soort ziekten en problemen in de biologische landbouw niet ontstaan? Kunstmest en chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen worden niet gebruikt en er mag maar beperkt krachtvoer worden aangevoerd zodat het aantal dieren altijd beperkt blijft. Vooral de enorme schaal van dierenhouden is het grootste probleem waardoor kippen bijvoorbeeld niet gevaccineerd worden tegen vogelgriep om de exportmarkt te beschermen.
Wij ‘voeden’ de wereld niet, wij putten de aarde uit. En dat wordt met de dag duidelijker.
Biologische en biodynamische landbouw is niet een mooie Ot en Sien-achtige hobby, zoals Louise Fresco, bestuursvoorzitter van de Wageningen Universiteit het graag voorstelt, maar een noodzaak om leiderschap te nemen in de reductie van al deze inputs en de daaraan gekoppelde industrie.
De biologische landbouw produceert ondanks een totaal gebrek aan onderzoeksgelden gemiddeld per hectare slechts 20% minder dan de gangbare landbouw. Bovendien doen we dat op een robuuste en toekomstbestendige manier. Dankzij de betere bodemstructuur zijn we beter bestand tegen jaren met droogte of teveel regenval, zoals in langjarige veldproeven is aangetoond. Nu verliezen we door de intensieve landbouw niet alleen onze vogels en insecten, maar ook wereldwijd 30 voetbalvelden aan vruchtbare grond per minuut.
Er is voldoende voedsel in de wereld; ons grootste probleem is oneerlijke verdeling en toegang. Meer plantaardig eten, minder voedsel verspillen en een goed landbouwbeleid zijn veel belangrijker om de voedselzekerheid te waarborgen.
Een verantwoordelijke overheid moet daarom de lobbyisten van de input-industrie negeren. Het gaat niet om hun portemonnee, maar om onze toekomst. Biologisch en biodynamisch werkende boeren laten allang zien dat gezond en voldoende voedsel kan worden geproduceerd zonder kunstmest, pesticiden en met beperkte hoeveelheden krachtvoer.
Follow the money om het uit te zoeken, maar volg hart en verstand voor de juiste besluitvorming. We kunnen niet langer wachten.
Bron:  Stichting Demeter Demeter Bert van Ruitenbeek, directeur Stichting Demeter

Geen opmerkingen :

Een reactie posten